Nadat God de Aarde had geschapen, schudde Hij zijn handen schoon. De kruimels die daarbij vrijkwamen, vielen als parels in de Atlantische Oceaan. Dit laatste kunststukje van God was volgens de legende Kaapverdië.
Kaapverdië, of de Kaapverdische eilanden, is een eilandengroep die bestaat uit tien eilanden, waarvan er negen bewoond zijn. De hoofdstad is Praia. De naam komt uit het Portugees: Cabo Verde dat Groene Kaap betekent. Tot 1975 was het een kolonie van Portugal. Gemengd met Creoolse invloeden is hier een mix van Portugese stijl en Afrikaanse charme ontstaan. Kaapverdië behoort tot het exclusieve clubje landen dat voor het grootste gedeelte nog in oorspronkelijke staat zijn.
Kaapverdië ligt 450 kilometer ten westen van Senegal in de de Atlantische Oceaan. De eilanden, die tezamen een hoefijzer vormen, bestaan uit bovenwindse (Barlavento) en benedenwindse (Sotavento) eilanden.
Kaapverdië |
Het land van de eeuwige zomer kent nauwelijks regen. De zon staat elke dag loodrecht aan de strakblauwe hemel, maar het is nooit te warm, want er waait een verkoelende wind en de vochtigheidsgraad is laag. Met een temperatuur tussen de 24 en 30 graden is dit een ideale zonzekere bestemming.
De eilanden zijn nog ongeschonden en puur en kenmerken zich door een wilde, ongetemde natuur. De individuele eilanden zijn kleine wereldjes op zich: van duikparadijs en bergen, van onbewoond en vruchtbare valleien, van vulkanen en relaxte sfeer en van rust en carnaval.
Boavista |
De Kaapverdische keuken bestaat voornamelijk uit mais en, niet de eerste de beste vis, namelijk tonijn en kreeft. Cachupa is het nationale gerecht. Het bestaat uit bonen en mais en wordt aangevuld met bijvoorbeeld uien, worst of vis.
De nationale drank van Kaapverdië heet Grogue. Dit is een brandewijn van rietsuiker, koffie, munt, limoen en kaneel. Wie het iets minder sterk wenst kan kiezen voor de poncho. Dat is grogue met honing aangelengd.
Ik bezocht Boavista in 2012.