Victoria Falls

De Victoriawatervallen zijn de breedste watervallen van Afrika. Een watergordijn van 1708 meter breed en 100 meter hoog zorgen voor een prachtig schouwspel. De watervallen liggen in de Zambezirivier, op de grens van Zambia en Zimbabwe.

De ontdekker van de watervallen was Schotse missionaris en ontdekkingsreiziger David Livingstone. Hij ontdekte de watervallen op 17 november 1855. Hij noemde ze naar de toenmalige koningin van het Verenigd Koninkrijk, koningin Victoria. De lokale bevolking noemt deze watervallen tegenwoordig de Mosi-oa-Tunya (de rook die dondert). De watervallen staan op UNESCO Werelderfgoedlijst.

De belangrijkste plaats aan Zambiaanse kant is Livingstone, de Zimbabwaanse tegenhanger is Victoria Falls Town. Het is overigens de enige toeristische attractie die in Zimbabwe nog over is.

Zowel het donderen van het water in de kloof als ook het lawaai dat ermee gepaard gaat is spectaculair. De druppels die vrijkomen vormen een gordijn van water. En in combinatie met de zon verschijnen er mooie regenbogen. Rondom de watervallen is zelfs een tropisch regenwoud ontstaan door de warmte van de lucht en de hoge vochtigheid die het opspattende water veroorzaakt.

Samen met de Iguazu en de Niagara watervallen vormen ze de grootste van de wereld en liggen ze op de grens van twee landen. In oktober en november stelt de waterval niets voor, omdat de Zambezi dan bijna geen water heeft.

Vanaf de Zambiaanse kant kun je een vlucht maken over de waterval. In Zimbabwe ligt een groot natuurgebied. Met een boot kun je een tocht over de rivier maken en zie je olifanten en nijlpaarden.

Een attractie voor de die-hards is een bungeejump vanaf de brug die de grens vormt met Zimbabwe en Zambia.